Welkom in de provincie Peine

For cosmopolitanism and successful integration

Noodsituaties > Medische noodgevallen

©

first aid 1882053 - aebopleidingen, CC0

Phrases

Ik heb medische hulp nodig.

Ich benötige medizinische Hilfe.

Mijn kind / mijn man / mijn vrouw heeft medische hulp nodig.

Mein Kind/ Mein Mann/ Meine Frau benötigt medizinische Hilfe.

Hoe kom ik bij het dichtstbijzijnde ziekenhuis?

Wie gelange ich zum nächsten Krankenhaus?

Waar kan ik een dokter vinden?

Wo finde ich einen Allgemeinarzt/ eine Allgemeinärztin?

Waar kan ik een tandarts vinden?

Wo finde ich einen Zahnarzt/ eine Zahnärztin?

Waar kan ik een gynaecoloog vinden?

Wo finde ich einen Frauenarzt/ eine Frauenärztin?

Waar kan ik een kinderarts vinden?

Wo finde ich einen Kinderarzt/ eine Kinderärztin?

Kun je me alsjeblieft de weg wijzen naar het dichtstbijzijnde dokterskantoor?

Können Sie mir bitte den Weg zur nächsten Arztpraxis zeigen?

Wanneer heb je spreekuur?

Wann haben Sie Sprechstunde?

Ik zou graag een afspraak willen maken.

Ich möchte bitte einen Termin vereinbaren.

Geef me alstublieft een behandelingscertificaat.

Bitte stellen Sie mir einen Behandlungsschein aus.

Ik heb / heb geen behandelingscertificaat.

Ich habe einen/ keinen Behandlungsschein.

Geef me alstublieft een verwijsbrief.

Bitte stellen Sie mir einen Überweisungsschein aus.

Ik heb / heb geen aanbevelingsbrief.

Ich habe einen/ keinen Überweisungsschein.

Ik wil graag een gezondheidskaart aanvragen.

Ich möchte bitte eine Gesundheitskarte beantragen.

Ik heb / heb geen gezondheidskaart

Ich habe eine/ keine Gesundheitskarte.

Ik heb een ziekteverzekeringscertificaat nodig

Ich benötige einen Krankenschein.

Ik heb / heb geen ziekteverzekeringscertificaat

Ich habe einen/ keinen Krankenschein.

Ik heb pijn. (Een deel van het lichaam laten zien)

Ich habe Schmerzen. (Körperstelle zeigen)

buikpijn / hoofdpijn / rugpijn

Bauchschmerzen/ Kopfschmerzen/ Rückenschmerzen

loopneus / hoest / koorts

Schnupfen/ Husten/ Fieber

Ik heb pijn sinds (tijdsperiode) ...

Ich habe seit (Dauer) Schmerzen.

Waar kan ik medicijnen krijgen?

Wo kann ich Medikamente bekommen?

Waar is de dichtstbijzijnde apotheek?

Wo befindet sich die nächste Apotheke?

Ik wil een recept kopen.

Ich möchte ein Rezept einlösen.

Hoe moet ik dit geneesmiddel gebruiken?

Wie muss ich das Medikament einnehmen?

Ik spreek / spreek geen Duits.

Ich spreche Deutsch./ Ich spreche kein Deutsch.

Ik heb een tolk nodig.

Ich benötige einen Dolmetscher.

Advert